Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [15]Ziet gij niet een [16]ijdel gezicht, en spreekt [17]een leugenachtige voorzegging, als gij [18]zegt: De HEERE spreekt, daar [19]Ik niet gesproken heb? 15. Deze vraag verzekert sterkelijk. 16. Hebreeuws, een gezicht der ijdelheid, alzo boven hfdst.12 vs.24. Zie de aantekening. 17. Hebreeuws, ene voorzegging der leugen. 18. Te weten tot het volk. 19. Namelijk Ik de Heere.